Maastricht - Onze-Lieve-Vrouwekerk - Sterre der Zee 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Beda Verbeek, P., De geschiedenis van de Sterre der Zee te Maastricht tot 1804. Deel in de serie 'Collectanea Franciscana Neerlandica', nr V-1. 's-Hertogenbosch (Teulings), 1937. [200 blz. ISBN -]. Herdruk: 1987. (Datering beeld op stylistische gronden: ca 1420, mogelijk uit "Zuid-Oost Duitsland, het vaderland der 'schoone madonna's'" (blz. 55). Beeld is op onderdelen gewijzigd. Locatie: oorspronkelijk het Oude Minderbroedersklooster, van (vermoedelijk) 1474 tot 1639 (blz. 136). De overlevering van een herkomst uit de oudere kapel Maria ten Oevere is onjuist (blz. 74-96). Na 1639 ondergedoken en tijdelijk o.a. in Tongeren vereerd (blz. 137), vanwaar het in 1675 naar de Sint-Jacobskapel in Maastricht kwam (blz. 141) tot 1796; toen werd het op een onbekende locatie verborgen (blz. 145). In 1804 geplaatst in de parochiekerk Sint-Nicolaaskerk. In 1837 werd de naastgelegen Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de katholieken teruggegeven en werd de Sterre der Zee hierin geplaatst (zie voorwoord herdruk). Naam: 'Sterre der Zee' (blz. 59-66) is een algemene titel voor Maria, vermoedelijk uit de 9e eeuw. Het Maastrichtse beeld werd pas zo genoemd na de stichting van een altaar hiervoor in 1684 als dank voor een wonderbaarlijke redding op zee, na aanroeping van het "mirakeleus Beeldt tot Maestricht by de Minderbroeders". Maria werd vaak afgebeeld met een zespuntige ster. Er is geen relatie met de vijfpuntige ster in het stadswapen van Maastricht, dat vastgehouden wordt door de stedemaagd). Broederschap van Onze Lieve Vrouw (blz. 147-158) is ouder dan het beeld. Voor hen en voor de door de Minderbroeders gestimuleerde Mariadevotie (de leerlooiers schonken het klooster al een Mariabeeld bij de nieuwbouw van de kerk rond 1300) werd rond 1400 een Mariakapel in de Oude Minderbroederskerk gebouwd tegen de zuidzijde van het koor. Herkomst: voor het altaar in deze Mariakapel werd (naar valt aan te nemen) het beeld dat later Sterre der Zee ging heten geschonken door ridder Nicolaus van Harlaer, dat hij (vermoedelijk) veel eerder voor privégebruik had laten snijden. De schenking valt samen met zijn intrede in dit klooster, vlak voor zijn dood in 1474 op 101-jarige leeftijd (blz. 107-114). Het werd niet als een speciaal beeld beschouwd tot er wonderen gebeurden. Verering na wonderen vanaf ca 1525 (blz. 119), hetgeen goed paste bij de strijd tegen de opkomende Hervorming (blz. 124). Zeker sinds 1606 kregen de pelgrims devotieprentjes en als gordel te dragen koordjes, die 'aangestreken' waren aan het beeld (blz. 128). Paasmaandagprocessie: (blz. 123-135) op Paasmaandag werd het beeld in een grote processie door de stad gedragen, hiervoor kwamen velen naar Maastricht, in 1611 bijvoorbeeld 19.000 à 20.000 vreemdelingen (blz. 129). Aan deze massale gebeurtenis namen onder meer 'geeselaars' deel. In de week daarna bleef men de dag en nacht 'bidweg' lopen.)

- Dingemans, P.A.W., De Oude Minderbroeders. Deel in de serie 'Maastrichts Silhouet', nr 12. Maastricht (Stichting Historische Reeks Maastricht), 1983. [48 blz. ISBN 90.70356.13.9]. Hierin "De devotie rond Maria Sterre der Zee": blz. 19-21